De toekomst van het vliegen: voor een prikkie naar de Filistijnen
door Zomer Zonder VliegenVlak na de Tweede Wereldoorlog werd vliegen gezien als een belangrijk instrument ter bevordering van de vrede. Er heerste een ongezien vooruitgangsidealisme. Dezelfde machine die werd ingezet om bommen te werpen, zou de wereld voortaan dichter bij elkaar brengen. Om vliegen te stimuleren werd in een internationaal verdrag afgesproken dat overheden geen belasting zouden heffen op kerosine – een afspraak die op de dag van vandaag nog steeds geldt. Tussen 1970 en 2016 vertienvoudigde het aantal passagiers, van ruim driehonderd miljoen naar bijna 3,7 miljard en geschat wordt dat binnen goed tien jaar dat aantal nog eens zal verdubbelen.<span/p>
Maar de keerzijde van die explosieve groei valt steeds lastiger te negeren: het transportmiddel dat heeft gezorgd voor een verbonden wereld, trekt een zware wissel op het milieu. Het aandeel van de luchtvaart in de globale CO2-uitstoot neemt toe, zowel in absolute als in relatieve cijfers – van 5 % nu naar mogelijk 20 % tegen 2050.
Het is fout te hopen dat de technologische vooruitgang voor oplossingen gaat zorgen. De evolutie gaat op dit moment veel te traag. Het gebruik van CO2-neutrale biobrandstoffen zou het probleem alleen maar verschuiven (door de enorme grondbehoefte voor de teelt van bijvoorbeeld palmolie) en het is zeer onwaarschijnlijk dat batterijen ooit dezelfde energiedichtheid zullen bereiken als kerosine. Bovendien is het technologisch onderzoek peperduur en vliegtuigmaatschappijen schuwen de financiële risico’s. Hun onderzoek naar elektrisch vliegen is hooguit een vorm van greenwashing.
Klimaatwetenschappers brengen een ongemakkelijke waarheid: er is geen enkel scenario denkbaar waarin we de opwarming van de aarde tot twee graden kunnen beperken zonder het vliegverkeer te beteugelen. Een eerlijker heffingensysteem lijkt de meest voor de hand liggende eerste stap om mensen minder te doen vliegen. Moeten we al onze hoop dan maar op het beleid stellen? Door het stevige lobbywerk van de luchtvaartsector zelf schuift de politiek de hete aardappel steeds maar weer voor zich uit. Het vliegverkeer bleef buiten schot op de Klimaatconferentie in Parijs en CO2-uitstoot door vliegtuigen maakt zo goed als geen deel uit van het emissiehandelssysteem (ETS).
Zeventig jaar geleden was het misschien een idealistisch gebaar om de luchtvaart vrij te stellen van belastingen, vandaag de dag is het subsidiëren van zo’n schadelijk transportmiddel ronduit absurd. Destijds stimuleerde de internationale gemeenschap de luchtvaart om de volkeren te verbroederen, nu zou ze op de rem moeten trappen om de planeet leefbaar te houden. Dat zou nog eens een eerbetoon zijn aan de ondertekenaars van weleer.
U las een samenvatting van een artikel uit de Groene Amsterdammer van 21 februari 2018, het volledige artikel kan u hier vinden.